-
1 overstappen
3 [van het een op/in het andere stappen, ook figuurlijk] change over ⇒ switch/move over♦voorbeelden:overstappen in de trein naar Groningen • change to the Groningen trainna drie keer overstappen waren we er • we got there after three changeszonder overstappen • direct, without change3 〈 figuurlijk〉 de spreker stapte over naar het volgende onderwerp • the speaker moved on to the next topic -
2 overstappen in de trein naar Groningen
overstappen in de trein naar GroningenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > overstappen in de trein naar Groningen
-
3 reizigers naar Londen hier overstappen
reizigers naar Londen hier overstappenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > reizigers naar Londen hier overstappen
-
4 get on to
get on to -
5 get on
v. aan boord gaan; op de bus, trein of vliegtuig stappen (bv. "Ze stapte 40 minuten geleden op de bus)--------v. vooruitkomenget on1 vooruitkomen ⇒ voortmaken, opschieten5 oud/laat worden6 opstappen 〈 met betrekking tot paard, fiets〉 ⇒ opstijgen; instappen 〈 met betrekking tot bus, vliegtuig〉♦voorbeelden:get on with one's work • goed opschieten met zijn werkget on with it! • vooruit!he's getting on (in years) • hij wordt oudit's getting on for ten • het is bijna tien uurget on to someone • iemand contacteren, in contact treden met iemand; iemand op het spoor komen 〈 misdadiger〉get on with one's work • verder gaan met zijn werk〈 informeel〉 get on! • onzin!II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:III 〈werkwoord + voorzetsel〉 -
6 change
n. verandering, wijziging; wisselgeld, kleingeld--------v. wijzigen, veranderen; wisselen; zich verkleden; overstappenchange1[ tsjeendzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 verandering ⇒ ver/afwisseling, overgang, variatie♦voorbeelden:1 a change for the better/worse • een verandering ten goede/kwadechange of heart • bekering, verandering van ideeënthe change of seasons • de wisseling der seizoenenfor a change • voor de verandering/afwisseling4 I had a change between L. and M. • tussen L. en M. moest ik overstappen5 keep the change! • laat maar zitten!ring the changes on something • iets op alle mogelijke manieren aanpakken; niet uitgepraat raken over iets〈Brits-Engels; informeel〉 ring the changes • veranderen, het anders aanpakkenthe change • overgang(sjaren)————————change21 veranderen ⇒ anders worden, wisselen2 zich verkleden ⇒ andere/schone kleren aantrekken♦voorbeelden:1 his voice is changing • zijn stem is aan het wisselen/brekenchange back into • weer veranderen inchange from a child into a man • van een kind een man wordenchange up • (naar een hogere versnelling) schakelenchange into second gear • in zijn twee zetten→ change over change over/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 veranderen ⇒ anders maken, transformeren2 (om/ver)ruilen ⇒ (om/ver)wisselen♦voorbeelden:change gear • (over)schakelenchange oil • olie verversenchange something for something else • iets (om)ruilen (voor iets anders)change the bed • het beddengoed verschonen -
7 overschakelen
1 [een andere verbinding bewerkstelligen] switch over2 [in een andere versnelling brengen] change (up/down)3 [figuurlijk] [overstappen] switch/change/go over♦voorbeelden:3 op de vijfdaagse werkweek overschakelen • go on/over to a five-day week -
8 correspondance
correspondance [korrespõdãs]〈v.〉1 correspondentie ⇒ briefwisseling, post2 overeenkomst ⇒ overeenstemming, verwantschap♦voorbeelden:prendre une, la correspondance • overstappenf2) overeenkomst, overeenstemming3) aansluiting, verbinding -
9 reiziger
См. также в других словарях:
Francis de La Fontaine — Pour les articles homonymes, voir La Fontaine. Francis de la Fontaine … Wikipédia en Français